Vermogensbelasting en negatief rendement: geld terug?

Vermogensbelasting en negatief rendement: geld terug?

Belastingheffing box 3 blijft de gemoederen bezighouden. In het kerstarrest van de Hoge Raad uit 2021 hebben de hoogste rechters van Nederland bepaald dat het systeem van het berekenen van het forfaitaire voordeel, zoals dat gold tussen 2017 en 2020, onrechtmatig was. Er ging dus een dikke streep doorheen. Er werd een nieuwe variant opgetuigd: Wet Rechtsherstel box 3, waarin drie categorieën vermogen worden onderscheiden en vervolgens wordt belast. Dit rechtsherstel is van toepassing  (naar verwachting) per 1 januari 2027 tot het werkelijk rendement zal worden belast.

Uit de literatuur en de praktijk kwamen direct geluiden op, dat de invulling van het rechtsherstel niet de toets van de Hoge Raad zou doorstaan. Steeds meer komen die signalen door. Afgelopen september heeft de Advocaat-Generaal Wattel advies uitgebracht aan de Hoge Raad. Hierin geeft hij aan dat een gemiddelde belasting op vermogensinkomsten niet haalbaar is omdat de werkelijke inkomsten van belastingplichtigen niet of onvoldoende worden benaderd.

Thans ligt er ook een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland met eenzelfde strekking. De casus was als volgt: de belastingplichtige had cryptovaluta in zijn vermogen. Aan het einde van het jaar was de crypto € 223.000 minder waard dan aan het begin. Forfaitair gezien had de belastingplichtige een rendement behaald. Deze belastingaanslag werd dus ‘gewoon’ opgelegd met een heffing van circa € 50.000 tot gevolg. De belastingplichtige ging in bezwaar en beroep. En met succes! De rechtbank concludeert: zowel het systeem voorafgaand aan de herstelwet als de herstelwet zelf kunnen de toets van de Hoge Raad niet doorstaan. Beide varianten moeten volgens de rechtbank buiten beschouwing blijven.

Dat de herstelwet zelfs zou leiden tot een hogere belasting dan het wettelijk stelsel, maakt voor de rechtbank duidelijk dat de Wet Rechtsherstel box 3 geen rechtsherstel biedt zoals de Hoge Raad heeft bedoeld.

Gelet op voorgaande ontwikkelingen in de rechtspraak raden wij aan bij een werkelijk rendement wat lager is dan het forfaitaire rendement de route van bezwaar (en desnoods beroep) te volgen. Dit om de belasting (meer) aan te laten sluiten bij het daadwerkelijk rendement. Bij vragen, neem gerust contact op!

 

Geschreven door Roel Emmen

Deel dit bericht